Vooral op zaterdag kan je beter niet in een boomrijke wijk wonen. Van alle kanten hoor je ze. Bladblazers. Zou er een verbod moeten komen? De Duitse overheid laat het gebruik van de bladblazer enkel nog toe wanneer het niet anders kan. De bladblazer is niet alleen lawaaierig en vervuilend, hij blaast ook het leven uit planten en dieren én bedreigt onze grondwaterreserves. “Laat de bladblazer staan, om insecten en andere dieren te sparen”, adviseert het ministerie zowel gemeentebesturen als particulieren.  

Bladblazers zijn inderdaad een heel dubbele uitvinding. Ik gebruik hem uiteraard ook, het is effectief en efficiënter dan rijven. Zaagsel krijg je bijvoorbeeld met niks anders weg. Spijtig genoeg lijkt het dat een tuinman niks anders meer kan dan blazen en afvoeren. Het probleem ligt echter niet bij het toestel, dan wel bij de fetisj die idioot veel mensen hebben bij het hebben van een perfecte grasmat.

Gras is het groene beton. Ecologisch is het een woestijn die enorm veel energie en water vraagt om in ons klimaat te gedijen. Het is een invasieve exoot die niet bijdraagt aan ons ecosysteem en waar al de rest voor moet wijken. Bomen mogen niet in de buurt staan, want ze werpen schaduw en geven blaadjes.

Het is ook slecht voor de planten om fanatiek de blazen. Landschapsarchitect Louis De Jaeger: “Bomen gaan diep met hun wortels om voeding naar boven te halen. Die voeding komt uit de gecomposteerde bladeren. Haal bladeren weg vanonder bomen, en je hongert ze uit. Bomen hebben ook het bodemleven in die laag bladeren nodig: de bacteriën en schimmels daarin werken als voorkauwers, die bomen helpen voedingsstoffen op te nemen. De werking van die schimmels en bacteriën is vergelijkbaar met die van onze darmflora.”

Daarnaast produceert het grasmaaisel bij gisting erg veel broeikasgassen. We moeten onze mindset veranderen, we moeten onze focus van die grasmatten af kunnen brengen en accepteren dat de natuur niet perfect gecontroleerd en netjes is. Als we terug kunnen begrijpen welk belang gevallen bladeren voor het bodemleven hebben, dan zijn de bladblazers slechts een achterhoedegevecht.

Snoeien

Het is oktober en we gaan naar het slapende seizoen. Een goed moment om loofbomen te snoeien. Er is nog tijd om de snoeiwerkzaamheden van de afgelopen maanden te voltooien. Nieuw geplante bomen hebben veel baat bij het snoeien, het verwijderen van beschadigde groei helpt hen om hun natuurlijke vorm te behouden en gezond te blijven. Bij het snoeien van grote bomen is er altijd een veiligheidsrisico en het is raadzaam om de hulp in te roepen van een professionele boomverzorger. 

Het is de laatste kans om bladverliezende hagen te snoeien om ze netjes te houden tijdens de winter. Klimrozen moeten nu gesnoeid worden als ze vorige maand niet gesnoeid zijn. Struiken die normaal gesproken in het voorjaar hard gesnoeid worden, zoals Buddleja davidii, Cornus alba en Lavatera, kunnen nu gesnoeid worden om beschadiging aan de wortels ten gevolge van de wind te voorkomen en hun uiterlijk te verbeteren.

Planten en verplaatsen

Oktober is een ideaal moment voor het verplaatsen en planten van bomen, struiken en klimplanten, maar ook voor het planten van heggen.

Bladverliezende bomen en struiken, evenals altijdgroene bomen en struiken zijn tegen het einde van de maand beschikbaar in de losse verkoop. U kunt dus vooruitdenken en de grond nu al voorbereiden. Ze zijn goedkoper dan potplanten en zijn de perfecte keuze wanneer u grote aantallen nodig heeft – misschien voor een nieuwe haag, bos of rozenperk.

Algemeen onderhoud

Blijf bij droog weer vroegbloeiende struiken zoals camelia’s, rododendrons en azalea’s water geven, zodat de bloemknoppen volgend voorjaar met succes in bloei komen. Gebruik zoveel mogelijk teruggewonnen of opgeslagen regenwater.

Controleer de bindingen en palen van de bomen voordat de winterstorm schade kan veroorzaken.

Leg gezonde, gevallen bladeren op de composthoop of in aparte bakken om ze te laten rotten tot compost. Door eerst de bladeren te versnipperen met een versnipperaar of maaier worden ze sneller afgebroken.

Echte meeldauw (soms witziekte genoemd) is de naam voor een groep van schimmels van de orde Erysiphales. 

Witziekte komt op zowat alle planten voor. De meest gevoelige vaste planten zijn vlambloem (Phlox), monarda en tuingeranium. Bij struiken en bomen zie je het vaakst een aantasting op rozenstruiken (Rosa), veldesdoorn (Acer campestre), eik (Quercus) en trompetboom (Catalpa). 

Op de aangetaste planten ontstaan eerst witte poederachtige vlekken, die in een later stadium het gehele oppervlak bedekken. Het poeder bestaat uit sporen. Niet alleen de bladeren maar ook de stengels kunnen aangetast worden. Meestal worden de onderste bladeren het eerst aangetast. 

Echte meeldauw laat sporen achter die kunnen overwinteren onder vochtige condities die later gaan kiemen en de boom besmetten. Na besmetting groeit de schimmel verder, zelfs in droge omstandigheden.  

Bij de meeste bomen is de besmetting met echte meeldauw niet ernstig, een uitzondering hierop zijn  fruitbomen. De schimmel valt nieuwe knopjes, scheuten en bloemen aan waardoor een normale groei belemmerd wordt.   Bij appelbomen zie je bijvoorbeeld webachtige littekens op het onvolgroeide fruit van van de besmette bomen, waarbij kurkachtige vlekken ontstaan op de besmette plaatsen.  

Voor de behandeling van echte meeldauw is het belangrijk dat voorkomen altijd beer is dan genezen. Zorg dat je de planten goed verzorgd. Plant de bomen op een zonnige plaats, snoei op tijd om voldoende luchtcirculatie te garanderen en wees zuinig met bemesting.  

Controleer de bomen regelmatig op signalen van besmetting. Jonge scheuten die besmet geraken en waar misvormde blaadjes aan groeien, dienen onmiddellijk gesnoeid te worden. Desinfecteer de snijvlakken en gebruik schimmelbestrijdende middelen om de rest van de boom te beschermen. 

halverwege de zomer zijn de vruchten aan het rijpen. Houd fruitbomen goed vochtig om te vermijden dat ze uitdrogen. Dit is vooral belangrijk bij pas geplante fruitbomen.

Vogels en insecten zullen ongetwijfeld proberen zich te goed te doen aan uw rijpende vruchten. Gebruik netten of weerspiegelende band om vogels weg te schrikken en spuit insecten weg met een sterke waterstroom; gebruik koper- of zwavelsprays als er ziektes uitbreken.

Hier is een midzomer checklist voor het onderhoud van fruitbomen:

Fruitbomen water geven

Volgroeide fruitbomen moeten één of twee keer per maand tot diep aan de wortels worden bewaterd. De beste manier om dit te doen is door sprinklers te gebruiken die de grond gedurende enkele uren langzaam met water besproeien, totdat het water ten minste 1 meter diep is binnengedrongen. Bomen in zanderige grond hebben meer water nodig, net als jonge bomen die nog niet volgroeid zijn. Vooral de laatste twee weken voor de oogst hebben de fruitbomen veel dorst.

Snoeien van leibomen

Een leiboom is een boom waarvan de takken in een bepaalde richting geleid worden. Elk jaar wordt de boom teruggesnoeid tot op de gesteltakken of “liggers”.

De snoeiperiode kan verschillen per soort. Bij de linde en de plataan is snoeien vanaf september mogelijk. Vroege snoei heeft als voordeel dat de snoeiwonden snel helen; latere snoei (als het blad gevallen is en het niet vriest) heeft als voordeel dat de voedingsstoffen uit de bladeren door de boom zijn opgeslagen. Vanwege vatbaarheid voor bepaalde ziekten worden de appel en de peer bij voorkeur gesnoeid na het vallen van het blad, maar steenvruchten als kers, pruim en perzik, liefst vlak na de oogst.

Er zijn twee gangbare snoeimethoden voor leibomen:

  • Oud-Hollandse manier

    Hierbij worden alle scheuten op de gesteltakken verwijderd. Deze vormen als het ware het geraamte van de boom. Vervolgens worden de gesteltakken op gelijke lengte gesnoeid. Er kan gekozen worden voor matiger snoei en de eerste jaren de geschikte “uitstaande” takken die dat toelaten horizontaal uit te buigen en vast te maken aan het rek met bindbuis. Het bindmateriaal moet tijdig verwijderd worden om ingroeien te voorkomen.
  • Snoeien als scherm

    Naast het zorgvuldige, meer tijdrovende terugsnoeien op de gesteltakken met snoeischaar en takkenschaar kan er ook voor gekozen worden om de boom machinaal of handmatig te snoeien als een haag op hoogte. De oorspronkelijke vorm van de leiboom gaat hierbij wat verloren.

Snoeien in het algemeen

Snoei eerst dood, beschadigd en ziek hout van fruitbomen weg; verwijder de overtollige begroeiing om de zon en lucht in het midden van de boom te laten doordringen. Snijd de nieuwe groei terug tot twee of drie knoppen; dit stimuleert de fruitproductie. Oud hout kan tijdens de winterrust worden gesnoeid.

Bij fruitbomen is het soms nodig de takken te ondersteunen. Over het algemeen zullen vooral jonge bomen zo’n ondersteuning nodig hebben. Een jonge boom is namelijk nog niet sterk genoeg om alle vruchten die hij kan produceren goed vast te houden. Daarvoor heeft hij uw hulp nodig.

Stap 1: Uitdunnen

Het is belangrijk het fruit vroeg in het seizoen uit te dunnen tot een hoeveelheid die een gezonde tak kan verdragen. Snoei ongezonde takken weg. Zieke of beschadigde takken moeten in de wintermaanden worden weggesnoeid om plaats te maken voor de sterkere takken. Dit zorgt ervoor dat de gezonde takken zoveel mogelijk vruchten opleveren.

Stap 2: Ondersteunen van de stam

Ondersteun de stam, vooral als uw boom jong is en al veel fruit produceert. Plaats een paal in de grond naast de stam van de boom en let erop dat u het wortelstelsel niet beschadigt. Maak de stam vast aan de paal met behulp van banden die mee gaan met de groei van de boom.

Stap 3: Ondersteunen van meerdere takken

Als veel er takken moeten worden ondersteund, kunt u een middenpaal gebruiken zoals in stap 2 hierboven en er van bovenaf takken aan vastknopen. Gebruik een aantal lange stukken nylon koord die aan de bovenkant van de paal zijn vastgebonden. U kunt een of meer touwtjes gebruiken om elke tak te ondersteunen, waarbij u de touwtjes naar het einde van de tak toe vastbindt.

Stap 4: Ondersteunen van 1 tak

Ondersteunen van individuele takken. Als slechts enkele takken moeten worden ondersteund, kunt u steunpalen plaatsen tot ongeveer 1 meter afstand van de stam van de boom zijn. Zorg dat ze stevig staan en dat ze diep genoeg in grond zitten. Bevestig 2 kleine stukjes hout aan de bovenkant van de staak in de vorm van een “V” en zet de tak er vervolgens op. Bind hem losjes vast.

Stap 5: verwijderen van de ondersteuning

Na de rijping van de boom is de steunpaal naast de stam niet meer nodig. Hij moet verwijderd worden om schade aan de boom te voorkomen. De touwtjes van de meiboom kunnen bij de oogst ook worden verwijderd, evenals de palen die de afzonderlijke takken ondersteunen.